The Hitchhiker's Guide To The Night Sky

There is a theory which states that if ever anyone discovers exactly what the Universe is for and why it is here, it will instantly disappear and be replaced by something even more bizarre and inexplicable.

Douglas Adams

Samenstand van Mercurius met Jupiter en Saturnus. Kijk op 10 januari direct na zonsondergang laag in het ZW.
A: Samenstand van Mercurius met Jupiter en Saturnus. Kijk op 10 januari direct na zonsondergang laag in het ZW.

De hele winter is de winterzeshoek duidelijk zichtbaar.
B: De hele winter is de winterzeshoek duidelijk zichtbaar.

 
C: Samenstand van een smalle maansikkel met Mercurius en Jupiter op 14 januari. Kijk direct na zonsondergang laag in het ZW.

 

A: Samenstand Mercurius – Jupiter (en Saturnus?)

In afwachting van die langverwachte conjunctie tussen de twee gasreuzen Jupiter en Saturnus kon al dagen op voorhand een bepaald fenomeen worden waargenomen. Wanneer iedere avond op hetzelfde tijdstip naar de twee gasreuzen werd gezocht aan de hemel, moesten de twee telkens lager en lager aan de horizon gezocht worden. Dit fenomeen is natuurlijk het gevolg van de rotatie van onze planeet rond de zon, en bracht met zich mee dat het toppunt van de conjunctie redelijk moeilijk te zien was wegens laag aan de horizon. Jammer genoeg kregen we zelfs niet de kans om het moeilijk te hebben, aangezien totale bewolking vele fans, en ja ook mij, teleur stelden.

1: De simulatie van Jorden De Bolle, Ciem Cornelissen, Tippi Verhelle en Davy Deprez over de stand van de planeten op 26 januari. Vanaf de aarde (blauw) gezien lijken Jupiter (bruin) en Saturnus (oranje) in de kijkrichting van de zon (geel) te staan. De samenstand van Mars (rood) en Uranus (licht blauw) wordt in deze simulatie ook mooi voorspeld. De exacte datum van dichtste nadering daarvoor is 20 januari.

 

De trend dat de gasreuzen zich telkens dichter bij de zon lijken te bevinden aan de hemel zet zich verder, tot wanneer Saturnus en Jupiter respectievelijk op 24 januari en 29 januari in conjunctie zullen staan met de zon. In figuur 1 is te zien dat dit wel degelijk voorspeld wordt door de simulatie die werd besproken in een vorig artikel van Jorden De Bolle. Een planeet waarnemen die zich in de buurt van de zon bevindt is aartsmoeilijk, denk maar aan Mercurius die hoogstens een uur voor zonsopkomst of na zonsondergang waarneembaar is. Ook de twee gasreuzen waarnemen zal momenteel dus een uitdaging zijn. Op 10 januari bereiken de 2 een mooie samenstand met de planeet Mercurius. Op figuur A wordt 17u voorgesteld om het trio te zoeken, maar vanzelfsprekend zoekt u best direct nadat de zon ondergaat, opnieuw laag in het zuidwesten. Op zijn minst Jupiter zou te vinden moeten zijn, onder de voorwaarde dat u een vrije horizon heeft. De twee andere planeten zouden wel eens kunnen verdwijnen in de overstraalde horizon, maar probeer gerust!

B: Winterzeshoek

De winterzeshoek is een figuur die kan herkend worden in 6 heldere sterren die ‘s winters hoog aan de hemel staan. Deze sterren vallen inderdaad in figuur B op, en vormen grofweg een zeshoek, vandaar de naam. De winterzeshoek is geen sterrenbeeld, omdat het niet is opgenomen in de lijst van 88 officieel erkende sterrenbeelden door de IAU, en er wordt dus gesproken van een asterisme. De reden daarvoor is dat elk van de 6 sterren al tot een ander, wel erkend, sterrenbeeld behoort. Zo hebben we Capella uit Voerman, Aldebaran uit Stier, Rigel uit Orion, Sirius uit Grote Hond, Procyon uit Kleine Hond en Pollux uit Tweelingen. Ook de ster Betelgeuze van Orion is heel prominent aan de hemel, maar hoort niet tot de winterzeshoek. 

De winterzeshoek beslaat een groot gebied aan de hemel, en bevat tal van interessante objecten. Het sterrenbeeld Orion alleen al zit vol met prachtige nevels. De Melkweg loopt dan ook recht door de winterzeshoek, waardoor er veel deepsky waar te nemen valt in deze sterrenbeelden. 

Misschien wel de meest gekende nevel is de Orionnevel, een grote waterstofwolk waaruit nieuwe sterren geboren worden. Naast deze prachtige Orionnevel bevindt ook de ster Betelgeuze zich in het sterrenbeeld Orion. Het is een rode superreus die laatst even in de media kwam omdat de ster extreme fluctuaties in helderheid vertoonde waardoor werd gedacht dat hij op ontploffen stond. In het sterrenbeeld Stier ligt dan weer de krabnevel, een supernovarestant van een ster die ergens in 1054 ontplofte en zijn gaslagen de ruimte in slingerde. Ook de Plejaden, een open sterrenhoop, behoort tot het sterrenbeeld Stier, en staat dezer dagen prachtig aan de hemel.

2: De maanstanden van 4 tot en met 17 januari 2021.

 

De sterrenbeelden van de winterzeshoek en hun bijhorende deepsky zijn de hele nacht waarneembaar. Voor de meest optimale kijkervaring wilt u liefst geen storend maanlicht, en wilt u dat de sterrenbeelden zich zo hoog mogelijk aan het hemelgewelf bevinden. Op figuur 2 is te zien dat de nieuwe maan zich voordoet op 13 januari, wat wil zeggen dat tijdens deze nacht de maan zeker niet zal storen. Die dag staat de winterzeshoek omstreeks 23u het hoogst aan de hemel.

C: Samenstand maan – Jupiter – Mercurius

Enkele dagen na de samenstand van Mercurius met de gasreuzen is het de beurt aan de maan om samen met Jupiter en Mercurius aan de vroege avondhemel te pronken. Saturnus nog zoeken zal wellicht verloren moeite zijn, en zelfs de andere 3 hemellichamen vinden aan de hemel is een uitdaging. Mercurius staat namelijk hoger aan de hemel dan Jupiter! Ook de maan lijkt niet gezien te willen worden, aangezien er slechts een heel smalle maansikkel zichtbaar zal zijn tijdens de samenstand. Inderdaad, figuur C toont ons dat de maan slechts voor 1% belicht zal zijn.

3: Op 20 januari staan Mars en Uranus in dichtste conjunctie met elkaar. Heel januari blijven de twee planeten relatief dicht bij elkaar in de buurt aan de hemel staan. Om Uranus waar te nemen is een zoekkaart en een telescoop nodig.

 

Er kan geconcludeerd worden dat de komende tijd er niet al te veel planeten waargenomen kunnen worden. Gelukkig is er 1 planeet die ons niet teleur stelt, en dat is Mars! Nog tot eind januari blijft de rode planeet klimmen, waardoor hij iedere avond omstreeks 20u hoog in het zuiden kan worden waargenomen. Ook Uranus staat eigenlijk heel hoog in het zuiden in januari (niet ver van Mars trouwens), maar om deze planeet waar te nemen is al op zijn minst een telescoop nodig. En zelfs wie erin slaagt om deze planeet te vinden zal niet veel spectaculairs te zien krijgen. Figuur 3 toont de stand van Mars en Uranus wanneer ze het dichtst bij elkaar aan de hemel staan, maar dit is voor de geïnteresseerde lezer. Zoals ook te zien is, komt zelfs de maan zich even aansluiten bij de twee.

door Maxim Reckelbus en Sarah Vervalcke