The Hitchhiker's Guide To The Night Sky


Figuur A: De halfverlichte maan staat tussen 3 en 5 mei in de buurt van de planeten Jupiter en Saturnus. Kijk hiervoor voor zonsopkomst in het ZO.

Figuur C: Piek van de meteorenzwerm \eta-aquariden. Kijk op 6 mei voor de ochtendschemering laag in het O.

Figuur B: Samenstand van Mercurius en de Pleiaden op 3 en 4 mei rond 22:00 in het WNW.

Here, for whatever reason, is the world. And here it stays, with me on it.

Douglas Adams

Bovenstaande quote uit de Hitchhiker’s Guide to the Galaxy nemen we vaak als vanzelfsprekend aan. Een gevoel van verwondering overvalt ons dan soms als we naar de sterren kijken. Verwondering, daar zijn we bij de VVN helemaal vóór! Er is vandaag dus alweer een nieuwe update over de nachthemel.

A: Samenstand Jupiter-Saturnus en maan

De planeten Jupiter en Saturnus zijn terug van weg geweest. Kort na de grote conjunctie tussen de twee, op 21 december 2020, zijn de planeten verdwenen van de nachtelijke hemel. Eind januari dit jaar stonden de planeten namelijk in conjunctie met de zon. Langzaamaan komen de twee gasreuzen nu alsmaar hoger op, alvorens de zon begint op te komen. Deze trend zal zich voortzetten tot we het duo uiteindelijk terug de hele nacht aan de hemel kunnen zien staan.

Voorlopig moeten we de twee dus zoeken aan de ochtendhemel, voor de zon opkomt. Van 3 tot 5 mei zal een halfverlichte maan het duo vergezellen. Waarbij op 3 mei de maan meer in de buurt van Saturnus staat, en daarna iedere dag een stukje oostwaarts schuift. In figuur A is de toestand op 4 mei weergegeven. De maan bevindt zich dan in haar laatste kwartier en staat zo’n 8^{\circ} hoog boven de horizon, onder Jupiter en Saturnus. Heel erg hoog is dat niet, dus een vrij zicht op de horizon zal noodzakelijk zijn mocht u de samenstand willen bekijken.

B: Update over de planeten

Hierboven kon u al lezen dat Jupiter en Saturnus terug op het nachtelijke toneel verschijnen. Ze zijn gelukkig niet de enigen! Mercurius zal namelijk op 17 mei haar grootste oostelijke elongatie bereiken, waardoor de planeet vanuit de schemering naar de avondhemel verhuist. Naar aanleiding van die grootste elongatie zal Mercurius de volledige eerste helft van mei zo’n 10^{\circ} hoog boven de noordwestelijke horizon terug te vinden zijn, vlak nadat de zon is ondergegaan. In figuur & is Mercurius te zien zoals op 10 mei het geval zal zijn.

Op 3 mei zal Mercurius in de buurt van de Pleiaden staan. De dichtste nadering (een separatie van 2,2°) is hier bij ons niet te zien, maar als we om 22:00 naar het westnoordwesten kijken op 3 of 4 mei, dan kunnen we nog steeds een mooie samenstand bewonderen met separaties van respectievelijk 2,3° en 2,4°. De Pleiaden kunt u zoals steeds herkennen als een klein steelpannetje (zie figuur B). De twee objecten staan laag aan de horizon op een hoogte van ongeveer 7°.

Figuur 1: Mercurius is de eerste helft van mei goed zichtbaar aan de avondhemel. Kijk telkens net na zonsondergang laag in het noordwesten. Venus daarentegen is op de figuur nog maar net zichtbaar door de bomen.

De vorige blogposts werd veelal gestoeft met Mars, de rode planeet die wel altijd zichtbaar leek te zijn en ons nooit teleur kon stellen. De laatste weken was de trend wel al aanwezig dat Mars verhuisde van de volledige nacht naar enkel de eerste helft van de nacht. Deze trend blijft zich voortzetten, tot Mars uiteindelijk niet meer te zien zal zijn. Heel mei is Mars wel nog tot middernacht zichtbaar, laag in het west-zuidwesten.

Figuur 2: Het pad dat Venus aflegt aan de avondhemel. De rode labels stellen de maanden voor. Nog het hele jaar zal Venus laag aan de horizon blijven, met op het maximum niet veel hoger dan 10^{\circ} boven de horizon.

Venus ten slotte zullen we niet snel terugzien aan de hemel. Zoals in figuur 2 getoond, blijft de planeet tot november 2021 heel laag aan de horizon. Ook in figuur 1 kunt u venus spotten als u goed door de bomen zoekt. Onmogelijk is het dus zeker niet, maar met een hoogte van slechts enkele graden zult u hard mogen zoeken.

C: Meteorenzwerm èta-aquariden

Op 6 mei bereiken de \eta-aquariden hun maximum, zo genoemd omdat de radiant in de buurt staat van (of lijkt te staan van) de ster \eta-aquarii, in het sterrenbeeld, u raadt het al, aquarius. Deze meteoren zijn afkomstig van ruimtepuin dat de komeet Halley heeft achtergelaten op haar baan. Halley is een kortperiodieke komeet die we vanop aarde om de 75 à 76 jaar met het blote oog kunnen zien. De meteoren kunnen we gelukkig wat vaker zien; 2 keer per jaar zelfs! De andere meteorenregen die gelinkt wordt aan Halley zijn de Orioniden die we in oktober zien. De baan van Halley wordt getoond in figuur 4.
De \eta-aquariden zijn erg snelle meteoren – ze bereiken tot wel 66 km/s – met lange staarten. In tegenstelling tot de Lyriden die we de vorige keer besproken hebben, worden deze doorgaans niet geassocieerd met vuurbollen.

Figuur 3: Komeet Halley werd al enkele eeuwen voor het begin van onze jaartelling waargenomen en in kaart gebracht, maar het duurde tot in 1705 voor er bij een astronoom, Edmond Halley uit Londen, een lampje ging branden dat al deze voorgaande verschijningen één en hetzelfde object waren.

De radiant staat jammer genoeg niet in het zenit. Mocht dat het geval geweest zijn, dan konden we wel 40 meteoren per uur te zien krijgen! Het hoogste punt van deze zwerm is 37° boven de horizon en dat dan nog bij daglicht. De “piek” is met zijn lengte van 11 dagen relatief lang, dus we kunnen geruime tijd voor en na 6 mei nog meteoren van de \eta-aquariden tegenkomen. Figuur C toont dat op het moment van de piek de radiant zich slechts 10^{\circ} hoog bevindt alvorens de opkomende zon stoort.

Figuur 4: De baan van Halley ten opzichte van ons zonnestelsel, aangeduid in het wit. Naast de baan staan enkel jaartallen genoteerd. Bij het uiterste puntje staat het jaar 2024. We moeten wachten tot 2061 vooraleer Halley nog eens voorbij de Aarde passeert! Let ook even op de excentrieke baan van Pluto, die nog amper binnen het plaatje ligt. Pluto doet zijn eigen ding. Wees zoals Pluto.