The Hitchhiker's Guide To The Night Sky

  

Ver weg in de nimmer in kaart gebrachte achtergebleven gebieden aan de weinig gewilde kant van de Westelijke Spiraalarm van de Melkweg, ligt een kleine, onaanzienlijke, gele zon. In een baan hieromheen cirkelt op een afstand van ruwweg honderdvijftig miljoen kilometer een volslagen onbeduidend blauwgroen planeetje, bewoond door aapachtige levensvormen die zo verbijsterend primitief zijn dat ze nog altijd denken dat het digitale horloge een geweldige uitvinding is.


A: Grootste westelijke elongatie Mercurius. Kijk op 10 november tussen 6u30 en 7u heel laag in het OZO.


B: Samenstand van de maan met de planeten Mercurius en Venus. Kijk op 13 november rond 7u laag in het OZO.

 


D: Jaarlijkse meteoren-regen ’De Leoniden’. Kijk op 18 november omstreeks 6u onder het sterrenbeeld grote beer en spot vallende sterren.


C: Samenstand van de maan met de planeten Jupiter en Saturnus. Kijk op 19 november tussen 17u30 en 18u laag in het Z.

 

Zo begint de sci-fi klassieker “The Hitchhiker’s Guide To The Galaxy”. Het boek heeft zijn faam voornamelijk te danken aan de absurde humor van Douglas Adams. Voor u denkt dat dit een boekreview wordt, de titel van deze blogpost hebben we gekozen om ons er in deze absurde tijden aan te herinneren dat we ons in een uithoek bevinden van een fantastisch mooi Universum. De VVN organiseert daarom elk jaar sterrenkijkavonden om ons, de ”aapachtige levensvormen”, nog eens met de neus op de feiten te drukken. De sterrenkijkavond kan helaas niet in fysieke vorm doorgaan dit semester, maar dat zal ons niet beletten af en toe naar de hemel te kijken! We raden iedereen die dit leest aan om vanavond, of één van de volgende avonden, YouTube links te laten liggen en samen met ons (maar ieder in zijn eigen tuin) omhoog te kijken. Om het sterrenkijken wat makkelijker te maken, geven we om de twee weken een overzichtje van wat er te zien is. Geen telescoop nodig! Neem er een tuinstoel of een handdoek bij en vergeet die pandemie even.

A: Grootste elongatie Mercurius

Het begrip elongatie is de hoek die een object (hier Mercurius) met een ander object (hier de zon) maakt ten opzichte van een waarnemer (hier wij op de planeet aarde). De buitenplaneten kunnen dus een elongatie tussen 0^{\circ} en 180^{\circ} hebben, terwijl de binnenplaneten een maximale waarde hebben voor hun elongatie zoals te zien op figuur 1. Voor Mercurius en Venus zijn deze grootste elongaties respectievelijk 28^{\circ} en 48^{\circ}.


Figuur 1: Binnenplaneten zullen vanaf de aarde gezien altijd maar een bepaalde maximale hoek met de zon kunnen maken. Dit wordt grootste elongatie genoemd.

Die grootste elongatie van een binnenplaneet kan vanaf de aarde gezien zowel ten oosten als ten westen van de zon bereikt worden. Wanneer een planeet ten westen van de zon zijn grootste elongatie bereikt, komt hij voor de zon op en spreekt men van grootste westelijke elongatie. De planeet is dan in de ochtend te zien. Een planeet die zijn grootste oostelijke elongatie bereikt, zal na de zon ondergaan en dus in de avond te zien zijn.

Mercurius bereikt zijn grootste westelijke elongatie op dinsdag 10 november om 18u. De hoek die de planeet dan maakt met de zon is zo’n 19^{\circ}. Dit is niet de grootst mogelijke elongatie voor de planeet (dat is namelijk 28^{\circ}). Dit komt omdat planeten geen mooie cirkelbanen beschrijven rond de zon, maar ellipsen. Daardoor zal Mercurius op bepaalde momenten dichter bij de zon staan dan andere zoals te zien is op figuur 2. Het punt waarop een planeet het dichtst bij de zon staat wordt het perihelium genoemd, en het punt waarop een planeet zich het verst van de zon bevindt het aphelium. Mercurius bevond zich onlangs, op 2 november, in zijn perihelium en staat daardoor nog steeds relatief dicht in de buurt van de zon. Daardoor is de grootste elongatie die Mercurius nu bereikt nog niet het absolute waar te nemen maximum.


Figuur 2: Planeten omschrijven ellipsvormige banen rond hun ster, waarbij de ster in 1 van de 2 brandpunten van de ellips staat.

Desalniettemin staat Mercurius de komende dagen wel ver genoeg van de zon om hem goed te kunnen waarnemen. Alleen zult u er wel vroeg voor uit uw bed moeten komen. De zon komt immers omstreeks 8u op en zorgt al tot meer dan een uur op voorhand voor vervelend schemerlicht aan de horizon. Het beste moment is ergens tussen 6u30 en 7u, aangezien de zon dan nog maar weinig stoort met haar licht, maar de planeet Mercurius toch al 6^{\circ} boven de horizon staat. Dit is wel enorm laag en dus zal een vrij zicht op de horizon in oostzuidoostelijke richting vereist zijn. Hoe later u Mercurius probeert waar te nemen, hoe hoger de planeet boven de horizon zal komen, maar ook hoe storender het zonlicht zal worden. Ik wens u alvast veel succes met uw speurtocht naar de kleine planeet!

B: Samenstand maan met Mercurius en Venus

Wie er opnieuw tegen kan om vroeg uit bed te kruipen kan op vrijdag 13 november zijn wekker opnieuw tussen 6u30 en 7u zetten. Dan staat de maan namelijk tussen de planeten Mercurius en Venus in.

De maan is dan voor slechts 7% zichtbaar, aangezien het op 15 november nieuwe maan zal zijn. Toch vallen de kleine maansikkel en Venus goed op aan de hemel en staan ze hoog genoeg aan de hemel om goed zichtbaar te zijn. Mercurius daarentegen blijft een probleem vormen door zijn lage stand boven de horizon. Wie goed zoekt en Mercurius gevonden heeft kan zelfs de volgende uitdaging aangaan en de ster Spica proberen terugvinden naast de smalle maansikkel. Figuur 3 toont de maanstanden van 9 tot en met 22 november.


Figuur 3: De schijngestalten van de maan van 9 tot en met 22 november. Op 31 oktober (Halloween) was het nog volle maan. Aangezien een maancyclus ongeveer een maand duurt is het ongeveer 2 weken later, op 15 november, nieuwe maan. Bron: kalender365

C: Samenstand maan met Jupiter en Saturnus

Enkele dagen nadat de maan nog op bezoek was bij de 2 binnenplaneten passeert ze langs de 2 gasreuzen aan de hemel. Op donderdag 19 november zie je de 3 samen aan de hemel staan.

Volgens figuur 3 is dan alweer 19% van het maanoppervlak belicht door de zon en bevindt de sikkel zich aan de andere kant. Dit komt natuurlijk omdat in tussentijd een nieuwe maan heeft plaatsgevonden, waarna er nu opnieuw een wassende maan is.

Het trio zal direct opvallen in zuidelijke richting. De maan is met zijn 19% belicht oppervlak al prominent aan de hemel aanwezig en ook Jupiter staat aan het gewelf als een enorm helder object. Saturnus zal wat verdwijnen in het licht van de maan en Jupiter, maar wie even vanuit een donkere plek blijft kijken zal ook al snel de geringde planeet kunnen zien. U wacht best niet te lang na zonsondergang met het waarnemen van deze samenstand, aangezien de 3 kort na 20u reeds onder de horizon verdwijnen.

D: De Leoniden

Meteorenzwermen krijgen steeds de naam van het sterrenbeeld waar ze vandaan lijken te komen. Zoals figuur D toont lijken de Leoniden vanuit een punt in sterrenbeeld leeuw te komen. Dat punt wordt ook wel nog de radiant genoemd.

Een synoniem dat vaak gebruikt wordt voor een meteoor is vallende ster. Hoewel de naam anders doet vermoeden heeft dit echter niets met sterren te maken. Het zijn immers kleine brokstukjes die opbranden in de atmosfeer en daardoor een lichtend spoor achterlaten. Die brokstukjes zijn gesublimeerde overblijfselen van kometen die zijn achtergelaten in de ruimte waar de aarde door beweegt op zijn baan rond de zon.


Figuur 4: Wanneer een komeet dichter bij de zon komt sublimeert deze. Hierdoor komen kleine brokstukjes, meteoroïden, in de ruimte terecht. Wanneer de aarde op haar baan rond de zon door zo’n wolk van brokstukjes passeert branden deze als meteoren op in de atmosfeer.

De komeet die verantwoordelijk is voor de Leoniden is Tempel-Tuttle. Deze komeet heeft een omlooptijd van 33 jaar, wat betekent dat om de 33 jaar de brokstukjes worden bijgevuld waardoor we een hoger aantal vallende sterren zien dat jaar. In 2001 was de laatste uitbraak van de Leoniden met op het hoogtepunt zo’n 1400 vallende sterren per uur. Zo’n hoog aantal meteoren per uur wordt eerder een meteorenstorm dan een meteorenregen genoemd. Een kleine rekensom levert ons dat in 2034 de Leoniden opnieuw zullen pieken gelijkaardig aan de piek in 2001, nog even geduld dus.

Hoewel een uitbraak van 1400 meteoren per uur enorm veel is (vergelijk met de gekende meteorenregen de Perseïden midden augustus met een gemiddelde van 80 vallende sterren per uur), kan het nog gekker. De Ierse astronome Agnes Clerke gokte dat in 1833 er zo’n 240 000 vallende sterren waren in 1 uur tijd. Dat is meer dan 60 vallende sterren per seconde! Deze uitbraak zou wel de grootst waargenomen en neergeschreven uitbraak ooit zijn, maar is dus wel afkomstig van dezelfde meteorenregen die rond deze tijd opnieuw plaatsvindt. Wie weet hebben we ergens in de nabije toekomst opnieuw het geluk om een gelijkaardig spektakel te aanschouwen.

Na het lezen van de vorige alinea’s zult u op 18 november waarschijnlijk wat op uw honger blijven zitten. Verwacht geen duizenden of honderdduizenden vallende sterren per uur, maar mik toch maar op een 20-tal. Het lijkt naast de vorige astronomische getallen misschien niet de moeite waard, maar vallende sterren zijn altijd mooi om waar te nemen toch? En als u dan toch een vallende ster spot, vergeet dan niet te wensen voor een meteorenstorm in een van de komende jaren.